Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1. moederkenszalf (soort bruine, wondhelende zalf)
2. (gewoner) speeksel van de moeder op een kleine kinderwonde
vgl. moederkeszalf
Reeds sinds jaar en dag genezen moeders kleine kinderkwetsuren met “moederzalf”.
Moederzalf. Ik was nog klein toen ik met pijn, zo gauw ik kon bij m’n moeke wou zijn, want met wat speeksel en een zoen genas zij meer dan wat pillen doen. (Seniorennet)
glimworm
z. vuurmade
At ve soëves trèg op thaus aon vaorde, tèlde ve de viermojje èn de faare van den otto. (Als wij ’s avonds terug naar huis reden, telden wij de glimwormen in de lichtbundels van de auto)
fijne stofregen van een dikke, natte mist
zie ook: smukregen, smosregen
Door de weerman of weervrouw wordt smogregen ook wel eens vallende mist genoemd.
De zichtbaarheid door smogregen is dan ook zeer beperkt.
Kindertaal.
Vroeger, toen kinderen “cowboyke” (cowboy en indiaan) speelden en iemand werd door een ingebeelde kogel of pijl getroffen, werd hem toegeroepen door iemand uit zijn kamp “fles” waarop hij terug “levend” werd en verder kon meespelen.
(Deze fles bevatte vast een of ander “levenselexir”)
Ging gepaard met handbewegingen die het openen en aanreiken van een fles moest uitbeelden. (Anders was het niet geldig)
Van hetzelfde kaliber kindertaal is ‘twee’! Twee (van het vredesteken ooit door Chruchill bedacht) betekent ‘staakt het vuren’. Om efkes een adempauze in de gevechten te hebben.
Aah, ik ben geraakt…. hier, “fles”
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.