Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
A. in zinnen of in vragen
1. ter verbetering van een uitspraak
2. om een bevestigend of instemmend antwoord te krijgen
3. in voorwaardelijke zinnen, voorafgaand aan een vraag
ja toch/nee toch/toch/niet/of niet/of wel/just/is het ni/dat is toch/zeker/eigenlijk…?
B. om bewondering, verbazing, protest, medelijden enz. uit te drukken: echt, werkelijk, inderdaad
C. om een gebod of een verzoek kracht bij te zetten
D. eenmaligheid van situaties: nu eenmaal, in elk geval
A.
1. Gij hebt op mij zitten wachten, se? > Gij hebt op mij zitten wachten, zeker? Antwoord: Eigenlijk wel.
2. Het is toch waar wat ze zei, se? > Het is toch waar wat ze zei, niet dan?
Zo is het, se? > Zo is het, ja toch?
3. Terwijl dat ge hier zijt se, zoude mij es kunnen helpen om rap de was op ta hangen?
B. Zie, hoe schoon, se!
Die Roger, se. 57 is em en er loopt een poppemie van 27 aan zijnen arm. Waar heeft hij die opgeschaard (opscharen)?
In de grond is hij zo ne goeie, se! Maar ge moet em er eerst in krijgen.
En ik ga dat vandaag nu es ni doen, se!
Ocharme se, mijn dutske, zo schreeuwen!
C. Kom hier, se!
Ge ga vandaag ni naar de kermis, se?
D. Het is al laat, se, ik ga ermee stoppen.
(zich) op een bedenkelijke manier aankleden
zie ook aantoortelen
ook in de prov. Antw.
Hebt ge Nadia gezien ? Die is vandaag nogal aangestoten, he.
Ocharme, dat schaapke is weer aangestoten door haar moeder.
ischias
< Fr. la sciatique < Gr. iskhion = heup
De bomma, ocharme, liep krom van de sciatique.
wondje, letseltje van niks
Ocharme! Hij heeft een majske aan zijn hand.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.