Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Gevangenis, amigo
Ze hebben hem opgesloten.
Ze hebben hem in den bak gestoken.
Ze hebben hem in “de doos” gestoken
reeds gedragen, niet recht uit de kast of uit de verpakking, niet meer nieuw
Dat hemd is bekeuzeld. Daar moet ge terug een ijzer opzetten (ijzer, een ~ zetten op ). (opnieuw met een strijkijzer over gaan)
reeds gedragen, niet recht uit de kast of uit de verpakking, niet meer nieuw
Dat hemd is bekeuzeld. Daar moet ge terug een ijzer opzetten (jzer, een ~ zetten op ). (opnieuw met een strijkijzer over gaan)
maar jongen/meisje toch, ik heb medelijden met je
in Antw.: maar kind of kinneke toch
Kleine jongen: Ik heb in mijn broek geplast!
Grote jongen: Maar jonk toch!
Keen betekent volgens Van Dale (gewestelijk) pit van appel, peer, enz.
Kenke of kejenke is daarvan een afkorting.
zie ook keeën of keën, kenneke
Die appelsienen zitten vol kejenkes.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.