Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
met nadruk neen zeggen
ook: baniet, baniejet, banieje, monieje
Heb je een nieuwe vriendin misschien?
Baneet gij!
tegenovergestelde: bajaat gij! zie ook bajaak
synoniem: belangenie!
Soort van zoetekoek maar bestaande uit 3 lagen. Bovenste laag: peperkoek in het midden soort marsepein en de onderste laag opnieuw peperkoek.
Regio Uitkerke-Zeebrugge-Knokke-Heist
‘Janhagel’ betekent in het Nederlands ‘gepeupel’. Op het einde van de achttiende eeuw werden jonge mannen naar het leger gelokt met onder meer soldatenkoeken.
Wat eet je daar bij de koffie?
Janhagel en zijn maat.
Een harde droge koek, aan de soldaten meegegeven als overlevingsrantsoen. Vroeger tijdens de oorlog, nu op manoeuvers.
Soldatenkoeken met een klad goeiboter erop is een heerlijk alternatief pateeke.
Bunzing.
Ook in de betekenis van: gewiekst persoon die zaken regelt die nog net wettelijk zijn.
D’r heeft een fiesjow in ’t kiekenkot zes hennen doodgebeten.
meestal gouden juwelen
regio Brugge/kust: uistpraak “goedewerk”
Tante Simonne draagt elke dag wel iets van goudenwerk.
Uitdrukking Leiestreek:
Ze draagt haar goedewerk binst de weke = Ze heeft ros haar
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.