Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    nikkel, zijne ~ afdraaien
    (uitdr.)

    een zware inspanning leveren, zich afpeigeren

    ook toppel, zijnen ~ afdraaien, nestel, zijne ~ afdraaien

    Zit ik hier de godgansen dag mijne nikkel af te draaien, en dan komt dat heerschap, dat van zo lang hij hier is nog gene poot heeft uitgestoken, mij efkes zeggen dat ik e bitsje rapper moet doorwerken? Wat denkt diƫ wel!

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 31 Dec 2011 01:39
    0 reactie(s)

    afluizen
    (ww. afluisde, heeft afgeluisd)

    aftroggelen, (door bedelen of op bedrieflijke wijze) afhandig maken

    Iemand zijn geld afluizen.
    Als ge rookt wordt ge rapper lastiggevallen door mensen die u een sigaret willen afluizen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 31 Dec 2011 01:38
    1 reactie(s)

    soep, tussen de ~ en de patatten
    (uitdr.)

    snel even, tussendoor (klaarspelen), eenvoudig en snel (iets doen)

    Bwoah, ’t is gewoon een lekske in den afvoer. We zullen rap nonkel Louis bellen, dieje fikst da tussen de soep en de patatten.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 31 Dec 2011 01:37
    1 reactie(s)

    haast, in zeven ~en
    (uitdr.)

    halsoverkop, rap-rap, op stel en sprong; erg slordig

    Ook: in drie haasten

    vgl. vierkappes, vierklauwens

    Regering verkoopt in zeven haasten overheidsgebouwen.
    Daarna ging het in zeven haasten naar het station.
    Het is duidelijk dat deze vertaling in zeven haasten is afgelapt.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 31 Dec 2011 01:34
    1 reactie(s)

    kotjakker
    (de ~,(m.), ~s )

    vr. kotjakster – dim: kotjakkerke
    NL: kamper

    Woonwagenbewoner, caravanbewoner
    zie ook: kariko

    Kotjakkers wonen in een staancaravan op een woonwagenpark dat door de gemeente speciaal werd aangelegd. Begin 21ste E. zijn ze verdwenen uit het straatbeeld.
    Typische beroepen van kotjakkers (tot in de jaren ’70): pottenoplapper, stoelenmatter, bezembinder, kramer, muzikant en scharenslijper.
    Woonwagenbewoners zijn geen Roma-zigeuners. Caravanbewoners zijn Belg of Nederlander van geboorte en hebben ook geen eigen taal. Hun geschiedenis gaat terug tot ca. 1850, die van de Roma is eeuwenlang.

    Uitdr. hij is ne kotjakker: hiermee wordt bedoeld dat hij er vies, vuil, sloorachtig en stinkend bijloopt.

    De scharensliep, een kotjakker van aan de viaduct in Herenthout, kwam dikwijls met zijn karreke rond in ’t dorp om messen en scharen te slijpen.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 31 Dec 2011 01:30
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.