Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
afbollen, weggaan, vertrekken.
kan ook gebiedend zijn;
Scheer je weg of er komt ruzie van!
komaan gast “afdekken” of t’zit eroep!
Blijven jullie nog wat?…
Neen neen, wij gaan stillekesaan afdekken.
We gon hier stillekesaan afdekken.
T’is tijd oem af te dekken.
Moedige man, een durver.
Die zich ‘door alles’ heen slaat.
Tegen die kerel moet je niet opgaan, het is een echte deural.
de tafel schikken en versieren.
Gisteren garnierde ik de feesttafel bij de buurvrouw.
niet mogen blijven.
verboden verblijf
Hij had den boel verbrod en hij mocht nu zijn matten oprollen.
schrik,bang zijn
Sedert dat gij hier zijt, is het den eersten keer dat ik hier binnenkom zonder herteklop.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.