Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
dommerik, stommekloot
< clown
“Gij se kloon! Moete da nu doen! Zie na wat er van komt!” Zei ons moeder soms tegen mijn broer als die weer iets had uitgestoken (uitsteken) wat niet deugde maar waardoor ze wel kon mee lachen.
Vlaamse uitspraak voor “clown”
zie ook zotte clown
Ik zag liever de klonen gelijk de akrobaten.
klomp
synoniemen zie: kloef
Antwerpen stad, Lier: blok
zie ook: klonen, de ~ van iets aanhebben
De boere droage segeweurrigs allemoa nog klonen (serreworg). (De boeren dragen de dag van vandaag nog steeds klompen.)
Als ik naar de dieren ga, draag ik altijd mijn klonen.
blauwe werkkledij uit een stuk, overall
zie ook zot
Trek toch een kloon aan voor dat vuile werk.
geruit. Attributief: ‘gecarreautie’
< Canadees Frans: carreauté: zie reactie
in prov. Antwerpen carreauwe; vb. een carreauwen hemd
Ohhe no Schotland gòët, ziet da uien rok goe gecarreaut è.
Als ge naar Schotland gaat, ziet dat uw rok goed geruit is.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.