Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
weggaan, vertrekken, het voor bekeken houden; relatie, ihb huwelijk, verlaten
zie ook:
afbollen, het ~,
afsmoren, het ~,
afterten, het ~,
afdaven
schup, zijn ~ afkuisen
afstappen, het ~
Ik ben het hier beu, ik trap het hier af.
eure vent ist afgetrapt=eeft aar late zitte (vnl/spec. dan me kinderen)
stukken, zoals in “haar me habbe knippe” (Boom)
iejest die kloane zn aar verenneweire, na nen hab oat moan, en zonder vr^age dan nog, wie denkte da ge zè, stoem koej!!
tongzoenen
ook: met de tong nat maken (met speeksel)
Die twee hebben heel de namiddag staan lebberen.
Ze zijn elkaar aan het aflebberen.
vigoke we zn jas aant vollebbere!
ie, lebbert is aan die zegel (dakik et ni moe doen)
degoutante mens
Wazda veu’nen neurk! (Wat is dat voor een onaangenaam mens!)
Tzit ie vol neurke, kom, we zn weg! (Het zit hier vol met vervelende mensen, kom, we gaan weg!)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.