Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
/?m?k?s/
diegene die daar staat
verkleinwoord van hem /?m/
syn. wiewouter, mondeeke
Dat moet ge niet aan mij vragen, vraagt dat maar aan eummekeus
ikke
zie eummekeus
Wie kan dat nu anders gedaan hebben? Ik heb de sleutel van de kelder. Mondeeke heeft dat gefikst.
1. vlinder (AN – gew.) 2. ikke 3. vrijers en lieven
2. Wie kon daarvoor weer opdraaien? Wiewouter. Mondeeke, mondeeke had de boter gefret.
3. Na schooltijd al die wiewouters aan de voordeur, dat moet maar eens gedaan zijn. Blijft in het park hangen.
vlinder
Da’s echt schoon om te zien… al die pimpels in de zomer.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.