Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
loon dat indertijd werd uitbetaald aan Vlaamse arbeiders die in Noord-Frankrijk bieten en ‘chicorei’ gingen rooien.
/k.e ’zeem/
Verbastering van het Franse “quinzaine”, veertiendaags uitbetaald loon.
Hij was nog nie thuis of hij ou al heel zijn kezeem verbrast.
(deftig) jas, frak
Doed uwe mantel aan voorda ge naar buite ga!
het onbruikbare (kleine) afval van stro of hout.
tweede e helder uitgesproken /g.e ’knès p.el/
We zijn botten stro gaan kopen voor onze schapen. Nadat we de remork uitgeladen, hadden lag ze nog vol met geknespel.
menie, (rode~) /oej/
→ Fr. rouille (= roest)
Zet dat hekken eerst in de roei, tegen de roest, alvorens ge die in het zwart schildert.
versiersel, wat dient om te paleren (slingers, e.d.)
/pa ’loa s.e/
Een week na datum blijft die palatie nog hangen. ’t Wordt tijd dat we ze wegdoen (= verwijderen, weghalen).
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.