Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
madeliefje(s)
(namen van bloemen zijn vaak meervoudig in het dialect: pisbloemme, meeklèkskes, groffiaote, krizante, bosilzjekes, klitteklotte, kérkesniëtels, botterbloemme, koebbelreiskes …)
Lokale uitspr.: meezietsjes
Etym.: made + soete (cf. Van Dale, meizoentje)
Kinderen plukken de eerste meizoetjes in het gras om er een bloemenkransje van te vlechten.
een (garen)draad aanbrengen, rijgen (door een naald bv.)
lokale uitspr. vemen
Ich kraajg de vaom nie gevèèmp, prebiër dich èns, dich hébs goej ooge. (ik krijg de draad niet geregen, probeer jij eens, jij hebt goede ogen)
tamme ekster
(zie hannekesnest)
Ge kunt een hannoe leren spreken als ge z’ne vaam snijdt.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.