Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
bespringen, paren (van gevogelte gezegd)
(ook wel: foggelen, vgl. Ned. vogelen)
dus zoals de haan doet op de kip (en Pekki op een kussen – zie sjoeppen)
Den haon ès wir on ‘t fochele, haad de kènder mêr êfkes bènnes. (de haan is weer ’bezig’, hou de kinderen maar effe binnen)
warmwaterkruik om u aan te verwarmen in bed ’s winters
Fr. bouillotte
pak maar uw boejote mee naar bed, dan hebt ge minder koud vannacht
(vaak als toevoeging gebruikt na een ander voeg-, bij- of voornaamwoord)
Hij vroeg of dat gij eens wilde komen.
Wanneer dat? Hoe dat?
(volgende voorbeelden geplukt van Taallink 1.2.2010)
Het zijn altijd dezelfde mensen die dat dat beweren.
We zoeken uit wanneer dat de trein weer kan vertrekken.
Het is een pan waarmee dat ik vaak eenpansgerechten maak.
verkiezing(en)
Bij de laatste kies is zijn partij serieus gezakt.
’t Is kies nu de zondag. (= aanstaande zondag)
aanzienlijk, in hoge mate
Fr. sérieux, sérieusement
Een serieuze daling van de aandelenkoers.
Zijn partij is serieus gezakt bij de verkiezingen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.