Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
opgieten
Is de koffie al opgeschud? (vroeger maakte men voornamelijk koffie door kokend water in een pot met gemalen koffie te gieten; men had dan wel een koffiezeefje nodig bij het uitschenken …)
overgieten, omgieten (in een andere recipiënt)
Een bassin met water overschudden in het bad.
omgieten, in een ander vat gieten
Schud den tob maar om in de bassing en ga een nieuwe putten.
(overg. en onoverg.) nagieten, gietende bijgeven, opnieuw begieten
Aste de champagne èn de glaozer dees, moeste altijd kieke ofste nie èns moes noësjèdde (als ge champagne in de glazen giet, moet ge altijd eens kijken of ge niet moet naschudden).
Noemt gij dat de bloemen begieten? Ge moogt ze gerust nog eens naschudden, hoort ge!
leeggieten
Wilste dèèn tob ni êfkes gon liëgsjèdde, ich kraajg ’m nie gelich. (Wilt gij die emmer niet even gaan leegschudden, ik krijg hem niet opgelicht)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.