Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
letterl. “de oude van verleden jaar”: hiermee wordt de plantaardappel bedoeld die men bij het rooien terugvindt tussen de nieuwe aardappelen
meestal schertsend gebruikt als men meent dat iemand aan de voordeur is, of het huis binnenkomt, maar er blijkt niemand te zijn
Wèè wos ’t? Den aaë van ’t sjoër! (Wie was er aan de voordeur? Er was niemand!)
uitnodigen, nodigen, inviteren
lokale uitspr.: “neië” (met uitstoting van d tussen twee klinkers), vgl. ook nuën
Ich bèn nie geneid op h’nen trouw, zooë ze nog altijd lêstig zin op mich? (Ik ben niet uitgenodigd op hun bruiloft, zouden zij nog altijd kwaad zijn op mij?)
Ne geneide maog nen ongeneide mètbrènge! (vaak scherts., een genodigde mag een ongenodigde meebrengen)
lijf, lichaam – steeds in negatieve zin gebruikt; ook overdrachtelijk voor een (onaangenaam) persoon
Hij deugt in zijn prij niet! (lokale uitspraak: hae doog èn z’n praaj ni!)
Ik houw u op uw blote prij als gij nie oppas!
De lelijke prij waar zij daar loopt!
Maak u voorwaarts, lelijke prij!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.