Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
vaag, vagelijk, ongeveer, ruwweg
Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 3; Vlaamsheid: 4
Nu ja, een beetje, vaagweg wist ik dat hij een stand-up comedian was, met een neiging voor grove provocaties en een tumultueus huwelijk. (De wereld van Morgen)
Dichters kunnen vaak haarscherp formuleren wat wij vaagweg wel aanvoelen, maar net iets minder makkelijk onder woorden krijgen: ‘WC-papier’ van Peter Theunynck. (radio1)
ovalen rondpunt
ook ovalen punt, ovalen rondpunt, ovonde
zie ook verzamellemma wegcode
De vergunning voor de aanleg van het ‘ovaalpunt’ (Van Praet-Lambermont) wordt trouwens aangevraagd door de Brusselse administratie, Mobiel Brussel, maar de plannen werden wel degelijk getekend door de mensen achter JUTS. (bralvzw.be)
ooglid
Van Dale 2018 niet algemeen
dialectwoordenboek: oogscheel , oogscheel , ooglid, zooveel als oogdeksel. Zie Scheel.
Bron: Panken, P.N. (1850) Kempensch taaleigen, Idioticon I, A-Z, Idioticon II, H-Z, red. Johan Biemans, 2010, Bergeijk
Woordenboek der Nederlandsche Taal onder “scheel” 2. Ooglid, lid (t.w. van het oog). Nog in zuidelijke dialecten.
“Ook voor de oogziekte trichiasis (het groeien van wimpers aan de binnenkant van het oogscheel) hadden ze al een oplossing.” (HLN 01/09/18)
(verouderd) fietspad
zie ook velobaan; velopad
“De heer D’Huvettere doet opnieuw zijn beklag over den erbarmelijken toestand van den veloweg van Zillebeke-statie naar Zille- beke-derp die weg gelijkt ..”
(http://www.historischekranten.be/issue/NVY/1910-12-17/edition/null/page/2)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.