Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1) vervelend, hinderend, irritant
2) geïrriteerd
ook embetant
Van Dale 2018: ambetant
bijvoeglijk naamwoord • ambetanter, ambetantst
na 1950 < Frans embêtant
BE; spreektaal
1. vervelend, naar
2. wrevelig, prikkelbaar, boos
vnw:
-vervelend, naar, lastig, hinderlijk
-ontstemd, verstoord, kregel
vgl. ambetanterik, embetanterik
1) Ons baby’tje doet helemaal niet ambetant, zo nen brave.
1) ’t Is embêtant ’k en weet niet hoe (mechelenblogt.be)
2) Ik word ambetant van die stoverij tussen mijn tanden.
iemand die ambetant is;
een vervelende, irritante man, een poetzak
vr.: ambetante
zie ook embetanterik
vgl. ambeteren
Dien ambetanterik moet eens stoppen met op zijn fluitje te blazen.
weldra, binnenkort (verouderd in NL)
Dra een oplossing voor lesbische meemoeders?
Na Open VLD heeft ook CD&V een wetsvoorstel ingediend waardoor een vrouw die een kind heeft met haar lesbische partner dat niet meer moet adopteren om officieel meemoeder te worden. (deredactie.be)
angstaanjagend
bekan van den trap getottert (totteren), bangelek!
> andere betekenis van bangelijk
met schokken voortbewegen, hobbelen
regio Boom
vergelijk Engels “to totter” (zich onzeker voortbewegen)
oep de kasseis wa ligge tottere in onze roestbak op de leie, pf
(Op de kasseien wat liggen totteren in onze roestbak op de leien, pf.)
> andere betekenis van totteren
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.