Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
zeer fijn zaagsel, houtstof
Brugge: zagemul
Nederland: zaagmeel (volgens Van Dale verouderd)
vnw: zaagsel
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands
Smisdom: algemeen
Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 3; Vlaamsheid: 6
zie ook zagemeel in het hoofd hebben
Schanulleke is gevuld met zagemeel.
In de loods werden houtkrullen en zagemeel gestockeerd. Het vuur ontstond rond kwart na acht vermoedelijk door zelfontbranding van het houtstof. (standaard.be)
Pellets zien er een beetje uit als konijnen- of caviavoeding, en ze zijn gemaakt uit samengedrukt zagemeel, houtspaanders of ander hout. (vrt.be)
zeer fijn zaagsel, houtstof
Brugge: zagemul
Nederland: zaagmeel (volgens Van Dale verouderd)
vnw: zaagsel
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands
Smisdom: algemeen
Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 3; Vlaamsheid: 6
Schanulleke is gevuld met zagemeel.
In de loods werden houtkrullen en zagemeel gestockeerd. Het vuur ontstond rond kwart na acht vermoedelijk door zelfontbranding van het houtstof. (standaard.be)
Pellets zien er een beetje uit als konijnen- of caviavoeding, en ze zijn gemaakt uit samengedrukt zagemeel, houtspaanders of ander hout. (vrt.be)
een man die zaagt
vgl zagemie, zagevent
NL: zeurpiet
vnw: zaniker, zeur, zeurkous
Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
Het meervoud “zagemans” is her en der tevens courant.
Stop eens met zagen, zageman.
Regisseur en journalist Marc Didden deelde het leven met Leonard Cohen. Twee zielsverwanten werden slechts door een oceaan gescheiden. Vandaag neemt de ene zageman afscheid van de andere. (demorgen.be)
1. sabbelen, aan iets zuigen
zie ook zabberstok
2. kwijlen (speeksel dat uit mond loopt)
3. zeveren, zagen, melken
zie ook zabberaar, zabbertrien
4. Hageland en de Kempen: (mot)regenen, zie ook zeveren
vnw: sabbelen, likken, zuigen, lurken
vgl. zabber; afzabberen; opzabberen; leegzabberen
1. Hij zit weer aan zijne lekstok te zabberen.
2. Als ge oud wordt, dat is gelijk een baby zijn bavet: met een zakdoek rondlopen om het zabberen tegen te gaan.
3. zeg, zabbertrien, komt ge weer zabberen, ik ben de klaagmuur niet hè.
4. Het heeft weer den hielen dag gezabberd.
Dat zabbert al een hele dag, kan de zon nu eens niet schijnen?
directeur, uitbater van een (handels)zaak, filiaal e.d.
NL:bedrijfsleider (ster)
vnw: bedrijfsleid(st)er, filiaalhoud(st)er
(betekenis in AN is ruimer: “iemand die in opdracht van een ander voor diens rekening een economische activiteit uitoefent” (Van Dale 2009)
Van Dale 2018 online: BE
Wanneer de zaakvoerder van een BVBA (bvba) statutair bepaald is, geniet hij een principiële onafzetbaarheid.
De zaakvoerster van de garage verklaarde dat al het de derde keer was dat er bij hun een wagen binnenreed. (het journaal)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
