Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
vriend als pejoratieve aanspreking
In aflevering 891 van de 9468ste herhaling van FC De Kampioenen: ‘Zeg vriendschap, zalt ’t gaan ja!’
Hela vriendschap, rustig aan he. Ge zijt hier pas en ge begint al van uwe tak te maken.
onzuiver, muf, onfris, niet meer vers
G.V.D.
(Belgisch-Nederlands, niet algemeen) muf, onfris
De kaas is verduft.
Die bergkast was vanachter helemaal beschimmeld van het vocht. Toen ik ze opentrok rook ik de muffe geur van de verdufte spullen die erin zaten.
weekend- of nachtdienst hebben, stand by dienst
taaladvies.net: van wacht zijn is standaardtaal in Belgiƫ. Standaardtaal in het hele taalgebied is dienst (avonddienst, nachtdienst, weekenddienst) hebben.
Frieda kan niet naar het feest komen, ze is verlpleegster in het UZ en van het weekend is ze van wacht.
Dat kind had meer dan 40 graden koorts. Wij ermee naar den dokter van wacht en vandaar recht naar den apotheker van wacht voor medicatie. ’t Was nogal ne nacht zenne.
een fritteke, frittekes
ne frut, patat frut
Dezen avond eten we goudstaafkes met stoofvlees en een geui klad mayonaise.
van zijn eigen, uit zichzelf
zie ook eigen, van zijn ~
Farm gedaan van uwe vent en dat heeft em helemaal vanzeneigens gedaan, ge hebt em da nu niet moeten zeggen, of wa?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.