Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Georges Grootjans

    uitslippen
    (ww. slipte uit, uitgeslipt)

    uitglijden

    contaminatie van uitglijden en slippen?

    Hij kwam uit den douche, slipte uit en met zijn staar tegen den douchestang. Gevolg: 4 hechtingen in zijne kop.

    Van de winter zijn ik drie keer uitgeslipt voor mijn eigen voordeur. Zo spekglad was ’t.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door Georges Grootjans op 03 Jun 2011 20:19
    0 reactie(s)

    staar
    (zn. v., ~ren)

    hoofd, kop

    van ster

    Hij is los met zijn staar tegen de zijkant van de deur gelopen. Aan de deur was niks aan…

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door Georges Grootjans op 03 Jun 2011 20:19
    0 reactie(s)

    uitslippen
    (ww. slipte uit, uitgeslipt)

    uitglijden

    contaminatie van uitglijden en slippen?

    Hij kwam uit den douche, slipte uit en met zijn staar tegen den douchestang. Gevolg: 4 hechtingen in zijne kop.

    Van de winter zijn ik drie keer uitgeslipt voor mijn eigen voordeur. Zo spekglad was ’t.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door Georges Grootjans op 03 Jun 2011 20:14
    0 reactie(s)

    uitslippen
    (ww. slipte uit, uitgeslipt)

    uitglijden

    contaminatie van uitglijden en slippen?

    Hij kwam uit den douche, slipte uit en met zijn kastaar tegen den douchestang. Gevolg: 4 hechtingen in zijne kop.

    Van de winter zijn ik drie keer uitgeslipt voor mijn eigen voordeur. Zo spekglad was ’t.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door Georges Grootjans op 03 Jun 2011 20:09
    0 reactie(s)

    zikkelen
    (ww. zikkelde, gezikkeld)

    de zikkel hanteren, de handeling en beweging met de zikkel uitvoeren

    WNT: Afl. Zikkelen. 1°. Afsnijden met een sikkel.
    “Mijn moeder is van de morgen al vroeg weg zikkelen voor onze koeie” Verz. Gezelle (Hoogstraten, voor 1899).
    Gers zikkelen, Corn.-Vervl. (1903).

    Nadat hij de gazon heeft afgereden, zal hij de kanten nog moeten zikkelen voor de afwerking.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door Georges Grootjans op 03 Jun 2011 08:34
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.