Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
vastzitten; blijven steken
vnw: vastzitten, blijven steken
Typisch Vlaams: vastzitten, blijven steken: Geen Algemeen Nederlands; Gangbaarheid: 2; Vlaamsheid: 4
Inbreker blijft vaststeken in schoorsteen (standaard.be)
Ze moesten echter overrichterzake afhaken, omdat de vrachtwagen in de modder bleef vaststeken. (standaard.be)
Even verderop stond hun voertuig. Dat stak vast in de modder. (hbvl.be)
sluiten, op slot doen, vastdoen
vnw: in België ook:
•een deur dichtdoen, sluiten, op slot doen
•een kledingstuk dichtslaan, dichtknopen, dichtritsen
•veters van schoenen strikken
VD2017 online: BE niet algemeen
Zou ik dan moeten rondgaan etc en via centrale vergrendeling (aan passagierszijde) alle deuren VASTmaken, en meteen daarna via centrale vergrendeling de deuren moeten LOSmaken? (.gratisrijbewijsonline-forum.be)
Op maandagmorgen werd alles nog snel gecontroleerd (elektriciteit en water afsluiten, ramen en deuren vastmaken,…) en dan vertrok het terug richting La Belgique.(blog)
1 begrijpen
2 beetnemen
vnw:
-iets vasthebben: iets snappen, begrijpen
-iemand vasthebben: iemand doorhebben of iemand te pakken hebben, iemand voor de gek houden of het iemand betaald zetten
1 Nadat ik het nogmaals had uitgelegd had hij het eindelijk vast.
2 Ha, ge dacht dat we niet naar zee gingen. Nu had ik u goed vast hé.
vlug, min of meer op goed geluk, iets of iemand grijpen en vasthouden
vnw: vastgrijpen, beetpakken
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Vastgrabbelen, (Zuid-Nederland) in ’t wild of rondtastend vastgrijpen
“Probeert, of hij het kaartje snel genoeg kan vastgrabbelen” Roothaert, Dr. Vlimmen (1936).
Wederk.
Als men valt, wilt men hem (zich) vastgrabelen, Gezelle (St.-Margriete, ± 1880).
Ze kon de kleine nog just vastgrabbelen toen hij de straat overliep.
op slot doen van een deur, poort, …
opm: een vijs/schroef, …. vastdraaien is SN
vnw: een deur op slot doen
znwb: (Een slot) omdraaien; vervolgens ook: (een deur e.d.) in het slot draaien, op slot doen.
Het kindje had per toeval de deur vastgedraaid en slaagde er niet meer in om die opnieuw los te maken. De ouders alarmeerden ten einde raad … (hln.be)
Wanneer zuster Cecile ons binnenlaat voor het avondmaal, wordt de poort gesloten voor de avond: een zware grendel, het slot goed vastgedraaid en dan nog een metalen stang die het openen helemaal onmogelijk moet maken. (wegwijzer.be)
“We konden toch moeilijk onze deur vastdraaien? Je weet nooit wat zo iemand op zo’n moment doet.” (nieuwsblad.be)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.