Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
ik heb maar één versie van da lieke gehoord, en da was met volle naamvallen:
zijnen rijfstok
zijnen strijkstok
zijnen lapzak
zijnen knapzak
zijne lere(n) laarsjes
…wat ik vermoed altijd zo is, gezien de -e in ’t meervoud (zijne lere(n) laarsjes)
TOOT — TOTE, TEUT —, znw. vr. en m. (hoofdzakelijk in Brab. (Antw. ) en Limb. : PAUWELS, Gesl. Subst. en de idiotica; bij oudere schrijvers uit deze streken: Van nyeuvont 76 (onder 11, a), Tscep vol wonders 43 d (onder 2, c), Hand. d. Amour. R 2 rº, POIRTERS, Mask. 338 (onder 11, a), bij W. D. HOOFT, Jan Saly 41 (onder 14) die een Brabantsche laat spreken en ook bij PH. HERMANNI, Distillierb. H iiij vº (onder 2, c), V. BORSSELEN, Strande 9 (onder 7) en LANGENDIJK 1, 490 (onder 12)));
De vorm met de vrouwelijke themaklinker is uiteraard vrouwelijk
LimoWreck: kunnen we uitsluiten dat het t’ is ipv ’t?
waarom adenaline janwitloofs korte o door een korte ö heeft vervangen begrijp ik niet
Heeft het überhaupt zin om het verkleinwoord te verhollandsen in een dialectlemma?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.