Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
hoopje
fig. zielig overblijfsel
Der ligk ein huipke zjwaegele op gen dusj.
Er ligt een hoopje lucifers op de tafel.
’T miensjke woar nog mer ein huipke op ’t lèts.
Het mensje (vrouwtje) was nog maar een zielig hoopje op ’t laatst.
vertrouwen (>fr. confiance)
De korpschef sprak zich uit voor meer confiëntie met de burgemeester. (Radioverslag VRT)
Dat paterke heette Franciscus Van den Beginne. Nee beste lezer, het is geen schande als die naam je nu nog niets zegt. Heb maar confiëntie in mij. Op ‘t einde van ‘t kompleetsje zal je wel verstaan hoe dat komt. (Hoe Pierke aan zijn Potske kwam. gentblogt.be)
“De vrolijke mannen van ’t goed leven waren voor de kerk, maar hadden niet de minste confiëntie in de pastoor, want hij zal zich met alles bemoeien. (Jan Hautekiet-HVVLonderzeel)
vertrouwen (>fr. confiance)
De korpschef sprak zich uit voor meer confiëntie met de burgemeester. (Radioverslag vanVRT)
Dat paterke heette Franciscus Van den Beginne. Nee beste lezer, het is geen schande als die naam je nu nog niets zegt. Heb maar confiëntie in mij. Op ‘t einde van ‘t kompleetsje zal je wel verstaan hoe dat komt. (Hoe Pierke aan zijn Potske kwam. gentblogt.be)
“De vrolijke mannen van ’t goed leven waren voor de kerk, maar hadden niet de minste confiëntie in de pastoor, want hij zal zich met alles bemoeien. (Jan Hautekiet-HVVLonderzeel)
met plaaster bekleden, met kalk of gips pleisteren
SN: stukadoren
VD2014 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen
Mijn schoonbroer is de muren in zijne gang aan ’t plaasteren.
dronkelap, zatlap
Jefke is constant poepeloere, ’t is een zwieneschoe.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.