Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
zijn woede, kwaadheid, furie op iets uitwerken
SN: zijn woede afkoelen of afreageren op
Gooi de borden maar door de keuken of hak een boom uit om je furre uit te werken!
kerstboom zie: krismes
Der sjteit eine krisboum op de merkt mit leechskes derin.
Er staat een kerstboom op de markt met lichtjes erin.
Een sluw persoon
vrouwelijk: een leepe
Van Dale
leperd
slimmerd, iem. die sluw is
NL: leperik, lepe goser
Ik vertrouwde hem niet maar dat het zo’n leeperd was had ik niet gedacht. Nu, zijn vrouw is ook een leepe.
trouw lid van en ijveraar voor een politieke partij
Tobback blijft partijsoldaat tot de laatste adem.
lett. meer op je bord scheppen dan je op kunt eten
fig. meer willen doen dan in je mogelijkheden ligt of waar je tijd voor hebt.
SN: de ogen zijn groter dan de maag
Je ogen zijn weer groter dan je buik, je gaat de helft van je eten niet kunnen opeten.
Hij wil leren tennissen, hij speelt voetbal, volgt pianoles,
gaat naar de zeilclub, gaat paardrijden en wil dan ook nog leren schermen; zijn ogen zijn groter dan zijn buik, hij zal toch moeten kiezen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.