Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
vleeswaren die meestal als bijval bedoeld zijn
SN: fijne vleeswaren
(In Antwerpen en Brabant en misschien ook wel op andere plaatsen)
Hij stond op de markt met vlezerij en had altijd veel te doen.
Mogelijk een verband met FR. tĂȘte, Znl: test
Ik stootte mijnen tietaa tegen de zolderval.
Iemand zonder geldige verblijfspapieren
ook: “mensen zonder papieren”
NL/SN: illegaal, alhoewel ik de term ‘documentloze’ ook al zag opduiken.
In Brussel wachtten een dertigtal sans-papiers de komst van de politie niet af. Waar ze naartoe zijn is niet duidelijk.
zagen, meuzzen, kassen op iets of iemand, kibbelen
van het Frans bisquer, nu in onbruik
Ze zaten altijd te biskeren over de prijs van alles en nog wat.
tafelgerei, vaatwerk (DU “Geschirr”)
Alleen overgebleven in de (verouderde) uitdrukking “klein gescheir”. Klein gescheir = klein gerei, kinderen
Limburg: gesjeer (bestek), voor kinderen: kruumelkes
Wat loopt dat klein gescheir hier zo laat nog te doen?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.