Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
prutser, bricoleur (in negatieve dan wel positieve zin)
zie ook: knoemele
Es kleen menneke woarste al zon knoemelaerke, zag de mam.
vandaag
Huu woar ne sjoeane daag, noe gaont ver druime / Vandaag was het een mooie dag, nu gaan we dromen.
naamdag
In Nederland en Vlaanderen wordt iemands naamdag niet vaak gevierd, met uitzondering van enkele plaatsen in Limburg (naamdag.nl)
Noamdage waere huu neet vöäl miea gevierd.
prutser
zie ook klommelen, knoemelaer
De buurman is me toch ne klommelaar. Hij kreeg voor de zoveelste keer zijn grasmachine niet aan de praat.
licht grommen of donderen, protesteren,
De hondj ligk te groemele es hae sjleup.
’T groemelt al de ganse middig, zo mitein geit ’t blitze.
Wat lups-te weer te groemele, bis-te neet content?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.