Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
dorsvlegel
< vlegel: znw. m., mv. -s. Mnl. mnd. vlegel(e). Uit lat. flagellum.
In wvl. dialect komt, met den bekenden overgang egi > ei, een vorm vlei(e)l (waarnaast vlei), die overeenkomt met eng. flail. (Woordenboek der Nederlandsche Taal)
De drie boerezoons waren tegare met hun vleis aan het dessen (dorsen) in een schoon ritmisch geklop op de desvloer.
roede, een landmaat waarschijnlijk ter grootte van een are.
> werd nog veelvuldig gebruikt door boeren in de zestiger jaren.
> uitspraak: roej
> regio: Aalst
VMNW: roede:
Oudste attestatie: Limburg, 1240
1. Als maatstok bij het landmeten.
2. Als lengtemaat:
- De bepaling is het aantal voeten dat de roede lang is
- De bepaling is een omschrijving of de naam van een plaats waar de roede met een aldaar vastgelegde lengte gebruikt wordt.
- In de verbinding grote, cleine roede Grote, kleine roede.
3. Roede als oppervlaktemaat, vierkante roede.
4. Als inhoudsmaat.
Uittreksel uit een akte betreffende Baardegem bij Aalst van 1686. Baardegem is groot vier hondert en drij en seventighe bunderen gerekent tot twintig voeten de roede.
> andere betekenis van roei
menie, (rode~) /oej/
in Antw.: rode mening
Kempen: roei menie
Zet dat hekken eerst in de roei, tegen de roest, alvorens ge die in het zwart schildert.
> andere betekenis van roei
twijg, stok
dialectische variant van roe(de)
uitspraak: rooj: “oe” wordt “oo” uitgesproken
uitdrukkingen:
1. van de roei geven, krijgen
2. die de roei spaart, haat zijn kind
3. de roei is van ’t gat (het gevaar is geweken)
Ik zou dat maar niet doen. Seffens krijg de van uw vader van de roei.
> andere betekenis van roei
(verouderd)
Een dagwand (oude spelling dagwant) was/is een oude landmaat
VMNW: dachwant
Oudste attestatie: Kortenberg, Brabant-West, 1266-1267
MNW: dachwant
Stuk grond, zoo groot als men in één dag bearbeiden kan.
Nog heden in ’t West-Vlaamsch in gebruik.
Woordenboek der Nederlandsche Taal: dagwand: mnl.
Zooveel land als iemand in een dag wenden, d. i. omploegen kan en vandaar als landmaat.
Een bunder lands … houdt 4 dagwanden. Een dagwand maekt 100 roeden, (Costumen van de stad Brussel (1657)).
Een dagwand bestaat uit een tal roeden (roei).
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.