Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    karslees
    (de ~, (v.), ~ en, znw)

    de gleuven die in een aardeweg ontstonden door er met karren over te rijden (de karren hadden houten wielen met een ijzeren reep)
    woordgeslacht niet duidelijk, helemaal in onbruik
    uitspraak: /kaarsliejes – kerresliejes – kesliejes/
    zie ook kaarlues

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Kar(re)lees, karspoor, wielslag; vergelijk: nhd. karrengleis.
    Kerrenleese, Plantijn (1573).
    Karlees, Cornelissen-Vervliet.
    — Een straat daar een leelijk vuil karlees was, Loquela (1891).

    We reden altijd met de velo over een klein paadje, want de kerresliejese waren in de winter zo diep dat ge er niet door kondt.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 30 Jan 2020 12:27
    0 reactie(s)

    haas
    (de ~ (v.), ~en)

    handschoen

    < verkorting van handschoen

    Handschoen

    Goêd dérstappe hêlp tiëge de kaa want noë ‘n haaf oêr héb ich m’n sjêrp ên m’n haase autgedond ên e bitsje laoter moes m’ne pit ook traon geleeve.
    (Flink doorstappen helpt tegen de kou want na een half uur heb ik mijn sjaal en mijn handschoenen uitgetrokken en nog wat later moest de jas er ook aan geloven.)

    > andere betekenis van haas

    Regio Haspengouw
    Bewerking door de Bon op 29 Jan 2020 17:22
    0 reactie(s)

    haas
    (zn.m.)

    draagbeugel

    uitspraakvariant van hijs

    Den haas van den emer is gebroken, zo kunnen we geen water putten.

    > andere betekenis van haas

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 29 Jan 2020 17:21
    0 reactie(s)

    hijs
    (de hijs, hijzen man. zelfst. nw.)

    hengsel van een emmer

    uitspraak /haas/ of /aas/

    vergelijk SP asa “hengsel” < Latijn ansa

    Den hijs brak en den emmer viel in de put.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 29 Jan 2020 17:20
    0 reactie(s)

    pikuur
    (de ~ (v.), -en)

    steek onder water, een opmerking die pijn doet

    prov. Antwerpen: uitdr. ‘dat pikt hè’ (zie pikken)

    Met zijn antwoord heeft hij hem een ferm pikuur gezet.

    > andere betekenis van pikuur

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 28 Jan 2020 18:50
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.