Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kwak
dim., klakske
een klakske kan ook een klak zijn, zelfs een grote (in WVL althans)
prov. Antwerpen: klod
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Klodder, kwak, klad, smet van slijk of vuil.
Een klakke spog. Klakken spuwen. DE BO (1873)
De klakken modder zitten an dat peerd zen pooten. Ald.
Piet bestelt een portie frieten.
‘Doe er maar nen grote klak mayonnaise bij’ roept hij de dienster na.
> andere betekenis van klak
kip, kieken
Van Dale 2017 online: BE, spreektaal
Die kiek is van haar stok gevallen.
Frituur ‘bij de kiek’ in Herentals heeft keilekkere fritjes met kieken.
Vrijdags op de met koop ik meestal een kiek van ’t spit.
lat/stok waar kippen opzitten in het hok
Die kiekes zitten op hunnen pelder.
> andere betekenis van pelder
t’zin vandoage pelders me whoofvlees
(Het zijn vandaag aardappelen in de schil gekookt met hoofdvlees.)
> andere betekenis van pelder
Opdoen, aan de haak slagen (= slaan)
zie een lief opdoen
opscharen is de Antwerpse uitspraak van AN “opscharren”
de klankcombinatie “arren” wordt in het Antwerpse en zeker in de Kempen dikwijls verlengd tot /aarren/ : karen (karren) verwaren (verwarren)
Van Dale 1995: opscharren
1.(gewestelijk) door scharren of krabben naar boven of tevoorschijn brengen
2. opdoen
vgl. scharen
Miljaar, waar heeft em die slons opgeschaard?
Ik denk da’k ergens een angine heb opgeschaard…
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.