Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
weinig, sluik, dun, futloos haar.
Van een meisje dat integendeel veel en gekruld haar had, werd vroeger gezegd: “Ze heeft een fortuin op haar hoofd staan”, omdat ze later niet veel naar de kapper zou moeten.
Vlaamse Ardennen: fluitjeshaar
West-Vl.: fleethaar
Bij een meisje met pierenverdriet maakt men best staartjes, dat is ook heel schattig.
mompelen, mommelen, binnensmonds praten, onduidelijk praten
ook in de provincie Antwerpen
Als ge ni zo zoudt moemelen, zouden we u tenminste verstaan.
naargelang
zie ook navenant
Het is novenant langs welke kant ge de berg beklimt.
Sommige mensen moeten zich kleden novenant wie ze zijn.
kinderen, tieners
ook aanspreking: zie jong, jom, … (SN-NL: jongen)
Als die joeng aan ’t spelen zijn is ’t hier altijd veel laweit.
Ja joeng, ’t is ’t een en ’t ander tegenwoordig hé.
dom iemand (ietwat zachter dan ‘idioot’ in semantiek)
(Booms) ‘Gy sen onnozelaar, wi zet na een papfles oep 90 grâde, moe di kleine ’t ziekenhuis in ofwa??’
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
