Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    juge
    (de ~ (m.), ~n)

    vrederechter, (in Nederland) kantonrechter

    spr. uit “de zjuusj”

    Ik heb niks gedaan, meneer de Juge!

    Mijn vader had het mooiste beroep dat een gezinshoofd kan hebben, hij was vrederechter. (…) Hij stond in Aarschot bekend als “de juge”. (uit website Brigitte Raskin)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 05 Mar 2018 14:21
    2 reactie(s)

    miemoeial
    (zn., v., -len)

    persoon die zich met veel bemoeit.
    variant (Antw.): pietmoeial

    De miemoeial van thuis schuin tegenover is weer daar, hij komt zijne neus weer overal tussen steken.

    Regio Hageland
    Bewerking door de Bon op 05 Mar 2018 14:13
    0 reactie(s)

    pietmoeial
    (zn., m., -len)

    iemand die zijn eigen overal mee bemoeit.

    zie ook miemoeial

    De pietmoeial denkt dat ’t zijn zaken zijn…

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 05 Mar 2018 14:12
    0 reactie(s)

    teppen schieten
    (uitdr.)

    Oud volksspel dat toch nog gespeeld wordt, bestaat uit een “loden sol en een tep”.

    Teppeschieten is een werpspel dat in verschillende streken een andere naam draagt. In Oost- en West-Vlaanderen gaat het om kalle schieten of kolle stekken. Andere namen zijn paap gooien, teppesol of schremke schieten. Oorspronkelijk was het een buurtspel, maar hier en daar in Europa is het uitgegroeid tot een competitiesport met ploegen.
    (http://denieuweschakel.blogspot.be/2015/07/teppeschiet.html)

    zie ook paapke schieten

    Zondag na het eten gaan de mannen teppe schiete.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 05 Mar 2018 13:55
    6 reactie(s)

    babbelwater
    (het ~, geen mv.)

    spraakwater, (ook) sterke drank, “huppelwater”

    In de lagere school toen de leerlingen tijdens de lesuren zaten te babbelen zegde de onderwijzer: “Zij letten niet op, ze hebben vandaag weeral babbelwater gedronken.”

    We hadden allemaal nog veel babbelwater en energie over toen we terug thuis waren.

    Ter gelegenheid van de Aalsterse Topdag 1996 kwam een nieuwe moutjenever op de markt met de veelzeggende naam: “OILSJTERS BABBELWATER”.

    Het land heeft in zijn algemeen een tekort aan goede rioleringen, maar op politiek gebied een teveel aan babbelwater dat alleen door de goten van het eigen ego wordt verwerkt. (dit laatste citaat verwijst naar Suriname)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 05 Mar 2018 13:02
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.