Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
volkssport waarbij gedurende een bepaalde periode het aantal zangen of “slagen” van hanen geteld wordt; vooraf wedt de eigenaar op het aantal slagen van zijn haan
zie ook hanenzetten, kraaihanenzetting
vooral in Limburg, Haspengouw, Oost-Brabant en West-Vlaanderen
“De twee kregen het afgelopen weekend aan de stok tijdens een wedstrijd ‘hanenzingen’ in het café. De landbouwer liet meerdere keren een vogelschrikkanon knallen waardoor de hanen van slag raakten. “Elk weekend honderdvijftig kraaiende hanen… Ik ben het spuugzat”, aldus de man."(HLN 12.11.15)
volkssport waarbij gedurende een bepaalde periode het aantal zangen of “slagen” van hanen geteld wordt; vooraf wedt de eigenaar op het aantal slagen van zijn haan
zie ook hanenzetten, kraaihanenzetting
vooral in Limburg, Haspengouw, Oost-Brabant en West-Vlaanderen
“De twee kregen het afgelopen weekend aan de stok tijdens een wedstrijd ‘hanenzingen’ in het café. De landbouwer liet meerdere keren een vogelschrikkanon knallen waardoor de hanen van slag raakten. “Elk weekend honderdvijftig kraaiende hanen… Ik ben het spuugzat”, aldus de man."(HLN 12.11.15)
een aarden landweg, die een eenzame woonst verbindt met de openbare weg.
De hofstede lag midden de velden en was maar langs een slag te bereiken.
boerderij, doening
Van Dale niet algemeen
Algemeen gebruikt in West- en Oost Vlaanderen. Dit woord ligt ook aan de basis van talloze familienamen in het Nederlandse taalgebied.
zie ook hofstee
Hij woont op een hofstede in Veurne.
1) rommel
2) afval
3) producten en goederen van slechte kwaliteit
4) junkfood
AN-verwant: bocht
Antwerpse Kempen: uitspraak boecht
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Bocht; ZN: ook bucht, bacht, boecht
in ZNl. m., in Fransch-Vlaanderen vr.
Een woord, welks eigenlijke beteekenis en oorsprong in het duister schuilen. Volgens eene gissing zou het verwant zijn met (us)baugjan, keren, vegen, en dus eigenlijk: wegveegsel, uitvaagsel beteekenen. Sommige vormen van het woord, die met eene â of a, schijnen echter kwalijk met deze afleiding bestaanbaar. In Duitsche tongvallen beteekent het woord inderdaad: drek, vuilnis; soms is het woord dan moeilijk te onderscheiden van bocht, varkenskot, krib.
VL: al wat van slechte hoedanigheid is, niet deugt, uitschot, ontuig.
zie ook: bucht, met den ~ zitten; bucht van de Aldi
1) Ruim nu toch es de zolder op, al dien bucht mag naar het containerpark.
2) De buren zijn verhuisd, de container vol bucht komen ze maandag ophalen.
3) Gij verkoopt niets dan bucht.
4) McDonalds? Is dat eten? Zo’ne bucht!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
