Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
bang zijn, schrik hebben
ofwel contaminatie van beide
Frans ‘avoir peur’
Vandaag (9/2/11) een meisje op Man Bijt Hond dat bokst, maar haar moeder had bang dat ze haar neus zou breken.
Ik heb bang om ’s nachts alleen op ’t straat te lopen.
Ik heb geen bang van hem.
iemand die aan alles prutst
zie ook taantefair
Ollen bompa is nogal nen tantefeir.
iemand die zich met alles wil bemoeien,
regio Boom en Puurs
In elke vereniging hebt ge wel nen tantefeir die zijn eigen met alles wilt moeien (moeien, zich ~).
zoen
< Belgisch-Frans baise (v.) < Fr. zn. baiser (m.) < ww. baiser < Lat. basiare
O.-Vl.: bees
Kempen: bees
Antw.: toet
Haspengouw: poen
Limburg: pun
Maasland: muulke
Meetjesland: totteke
Vlaamse Ardennen: piepe
West-Vlaanderen: beeze, pieper
Kom hier, dat ik u eens een ferme bees geef.
werk, betrekking, ambt, job
zie ook plak
WNT: Plek: plak, plaats, betrekking. Gewestelijk, b.v. in Groningen, Friesl. en Antwerpen.
Hij heeft een goei plek nu, dat hij die maar kan behouden dat is iets anders.
Zijn plek bij dat bedrijf is een bureaujobke.
Zij heeft er een plek als directrice.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
