Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
vallen, struikelen
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen
vergelijk ineenstuiken, opstuiken, stuiken, er henne ~
Ik was zo verschoten van da konijn voor mij, dat ik bekan van mijne fiets stuikte.
Hij stuikte van de trap naar beneden.
vallen, struikelen
vgl. ook ineenstuiken, opstuiken, stuiken, er henne ~
VD2013 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen
Ik was zo verschoten van da konijn voor mij, dat ik bekan van mijne fiets stuikte.
Hij stuikte van de trap naar beneden.
botsen, aanporren, een duwtje geven, stoten
zie ook stuik
WNT: gewestelijk
Je moet zo niet stuiken tegen mijn elleboog, ik zal het wel doen hoor!
In plank hout: rond stuk waar vroeger een tak zat.
syn.: een noest, knoest of kwast
Fig. op ne wier zitten, blijven doorzagen over een onderwerp
Ge zit just op ne wier, dus dieje nagel godde daar ni deurkrijge!
Als hij aan het snurken is zit hij percies op ne wier.
Ge zit op een wier zeker? Al een uur zijt ge aan het doordrammen over de tandarts dat hij uwe tand niet te goei heeft gemaakt. Stopt met zagen, belt hem en vertelt dat tegen hem.
wastafel
Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen
< Frans lavabo < Latijn
In onze badkamer is een bad, een WC en twee lavabo’s.
" Toen hij op een keer dronken thuiskwam, heeft hij in de lavabo geplast. (in Belgiƫ, status onduidelijk)" Taaladvies.net
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
