Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
hoofd
De burgemiëster ha wé ne komieken hoed oep zennen teppe.
(De burgemeester droeg weer een grappig hoedje op zijn hoofd.)
rolluik
In Antwerpen stad is een blaffetuur onzijdig en uitsluitend een rolluik, d.i. een afsluitbaar vlak, gemaakt van aan elkaar gehechte latjes, die met een blaffetuurlint kunnen opgetrokken of neergelaten worden voor een deur of raam.
Als de blaffeturen toe zijn, is de slaapkamer goe donker.
Vergeet het blaffetuur niet af te laten. Dan moet ge niet zo hard stoken.
Als een versleten blaffetuurlint breekt, dondert het hele blaffetuur naar beneden.
rolluik
In Antwerpen stad is een blaffetuur onzijdig en uitsluitend een rolluik, d.i. een afsluitbaar vlak, gemaakt van aan elkaar gehechte latjes, die met een blaffetuurlint kunnen opgetrokken of neergelaten worden voor een deur of raam.
Als de blaffeturen toe zijn, is de slaapkamer goe donker.
Vergeet het blaffetuur niet af te laten. Dan moet ge niet zo hard stoken.
Als een versleten blaffetuurlint breekt, dondert het hele blaffetuur naar beneden.
ooglid
Ik had een zalig badje genomen en me op de zetel gelegd, maar o wee, mijn blaffetuurkes vielen dicht.
- Een meisje of jongen die graag en veel komen flodderen, knuffelen, flemen
- Een koosnaam voor een aanhankelijk klein kindje: dim: flodderke
- als eerste deel van een samenstelling met een zelfstandig naamwoord, steevast een verwijzing naar flemerig gedrag (overzicht bij floddergat)
zie ook: floddermie, flodderaarster
Ons Nele is een flodder. Ze is op de schoot van ons oma niet weg te krijgen.
Kom eens hier mijn klein flodderke, kom eens bij ons oma zitten.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
