Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Gerief dat dient om graan te maaien. Het blad ziet eruit als dat van een zeis (zaasie), maar het heeft een veel kortere steel. Het graan werd opgeraapt met een pikhaak.
In het Nederlands noemt men dit gerief een “zicht”.
Ik heb de hele godsjeugdige dag koren afgedaan met de pik en nu doet mijn rug zeer.
van gleiswerk: verglaasd aardewerk, vervaardigd
zie ook gleierwerk, gleier
glei noch gleizen niet in VD
Gleizen bloempotten met vrouwentongen erin sieren het vensterschab in het appartement.
Er blijft nog slechts de koeketel en een schapraai met 5 gleizen borden over.
(verouderd in Nederland) aardewerk, porselein, vaatwerk, majolica
WNT: gleier: gleyerswerck, aardewerk, doch bepaaldelijk in den zin van verglaasd aardewerk. Vanwaar het woord komt, is niet met zekerheid bekend.
< Fr. glaise (argile plastique employée pour l’ébauche de sculptures) < lat. glisomarga (Plinius): mergelklei
Zo’n ouwe waterpot vind je nog in een winkel van gleierwerk.
(verouderd in Nederland) aardewerk, porselein, vaatwerk, majolica
WNT: gleier: gleyerswerck, aardewerk, doch bepaaldelijk in den zin van verglaasd aardewerk. Vanwaar het woord komt, is niet met zekerheid bekend.
< Fr. glaise (argile plastique employée pour l’ébauche de sculptures) > lat. glisomarga (Plinius): mergelklei
Zo’n ouwe waterpot vind je nog in een winkel van gleierwerk.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
