Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
(meestal als verkleinwoord: beuzeltje)
roddel, leugen, beuzelpraat, kwakkel
Een beuzeltje om best wil, kan af en toe wel eens.
kortademig, onmachtig (meest in figuurlijke zin)
NL: kent alleen de overdrachtelijke betekenis: krampachtig, vertwijfeld. Een overdreven plechtige houding aannemend (Kijk haar gaan, het amechtig schaap)
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
‘A’ op zich is een verouderd voorvoegsel, thans alleen nog over in het bnw. amechtig en oubollig, verbastering van abolgig
In het Mnl. Behalve in abolge, gramschap, waarin a- de intensieve kracht heeft, kende het Mnl. het voorvoegsel alleen nog maar in ontkennenden zin, in amachtech of amechtech, onmachtig, machteloos, asage, onpraat, beuzelpraat.
Thans, nu a- bijna geheel in onbruik geraakt is en er slechts twee woorden zijn waarin het verscholen ligt, amechtig en het schier onkenbaar verbasterde oubollig (abolgig), is de miskenning van dit voorvoegsel volkomen geworden. Amechtig of amachtig werd in het volksbewustzijn als aâmechtig, ademechtig opgevat en voor eene samenstelling met adem gehouden, terwijl men het tweede lid op verschillende wijzen verklaarde.
Van Dale 2016 online: BE, niet algemeen
Ik was veel te snel vertrokken: al na twee minuten liep ik te puffen als een amechtig hangbuikvarken.
Hun gesprekken tonen aan dat hun eigen, verschillende spirituele tradities en geloofsovertuigingen het samenleven niet bemoeilijken maar dat ze juist het antwoord bieden om het spirituele vacuüm van een amechtig Europa opnieuw met zin te vervullen. (en nu gij!)
taalkundig verbasteren, verfransen, …
Van Dale 1995 (Belg)
uit wikipedia:
Verbeulemansing betekent het taalkundig verknoeien of verbasteren van bepaalde woorden of uitdrukkingen door deze te vervangen door woorden van de heersende elite. De term wordt veel gebruikt in relatie met Brussel maar kan ook algemeen gebruikt worden.
Het woord is ontstaan naar aanleiding van het populaire en verfilmde Franstalige toneelstuk Le Mariage de Mademoiselle Beulemans (Nederlands: Het Trouwfeest van Juffrouw Beulemans of Brussels: De Traaifiest van Mademoiselle Beulemans), geschreven door Frantz Fonson en Fernand Wicheler in 1910, dat een portret schetst van de Brusselse Franstalige burgerijbevolking met haar eigen taaltje.
In 1917 gebruikte de schrijfster Virginie Loveling het woord reeds in haar dagboek, waar ze de verbeulemansing van de stad Gent aanklaagt.
Tegenwoordig hoort ge vaak Ça va? in plaats van Hoe is’t?
- En, ça va? (ça va)
- Jaja. Çavakkes.
Moeten we dat als een verbeulemansing van het Vlaams beschouwen?
vloeken, foeteren, mopperen
< Frans sacrer = wijden, (ver)vloeken < Laijn sacer, ~cri
afleiding: sakkers(e) (bijv.nw.) vervloekt(e)
andere bastaardvloeken:
sakkerloot (sacra lotio- heilige doop),
sakkerdju (sacredieu – heilige god)
sapristi (verbastering van sacristie)
Ik heb al gesakkerd op die sakkerse deugniet. Sapperloot!
op een cynische manier zeggen dat een plan niet doorgaat
NL: feestelijk ten grave gedragen worden
Naar zijn mening maakte het geen enkele kans op een bespreking en zou het een begrafenis eerste klas krijgen in de Senaat. (politics.be)
Alles wijst erop voor de partij op dat de Vlaamse splitsingsvoorstellen een begrafenis eerste klas krijgen. (DM)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
