Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
zoenen
Ze staan te smossen! :O
In Tom Lanoye’s toneelstuk “De Jossen” wordt er gesmost.
< andere definitie van smossen
het woord zelf is verouderd, maar het verleden deelwoord van ondervliegen (ondervlogen) wordt nog gebruikt in de Kempen
Woordenboek der Nederlandse Taal, bij ondervlogenheid:
In Zuid-Nederland als benaming voor eene soort van benauwdheid. Met het achtervoegsel -heid van ondervlogen, het verleden deelwoord van het onscheidbare ondervliegen. Dit is misschien wel hetzelfde woord, doch figuurlijk gebezigd, als het scheidbare ondervliegen, dat in België gezegd wordt voor ónderstuiven.
‘Zoo is het gebeurd — wij waren nog geene zes maanden getrouwd, — dat mijn man met eene doodelijke ondervlogenheid naar huis kwam. — Hoor, het is daarvan dat hij die kuch gehouden heeft’. Conscience (ed. 1867).
Cornelissen P.J., & Vervliet J.B. (1899-1903). Idioticon van het Antwerpsch Dialect (Stad Antwerpen en Antwerpsche Kempen):
ondervlogentheid, znw., v. – Ziekte der borst, die met pijn en hoesten gepaard gaat. ’t Kan eene hevige longontsteking (bronchitis) zijn, of eene lichte longontsteking (pneumonie) of eene longvliesontsteking (pleurésie).
“Eene ondervlogentheid opdoen. Ik ben ondervlogen met deur de kou te loopen. Ik ben bang van deur dieë’ wind te loopen, ik vrees da’ ’k zal ondervliegen.” (Cornelissen-Vervliet 1899-1903)
WNT, bij ondervlogenheid:
In Zuid-Nederland als benaming voor eene soort van benauwdheid. Met het achtervoegsel -heid van Ondervlogen, het verleden deelwoord van het onscheidbare ondervliegen. Dit is misschien wel hetzelfde woord, doch figuurlijk gebezigd, als het scheidbare ondervliegen, dat in België gezegd wordt voor ónderstuiven.
‘Zoo is het gebeurd — wij waren nog geene zes maanden getrouwd, — dat mijn man met eene doodelijke ondervlogenheid naar huis kwam. — Hoor, het is daarvan dat hij die kuch gehouden heeft’. Conscience (ed. 1867).
Cornelissen P.J., & Vervliet J.B. (1899-1903). Idioticon van het Antwerpsch Dialect (Stad Antwerpen en Antwerpsche Kempen):
ondervlogentheid, znw., v. – Ziekte der borst, die met pijn en hoesten gepaard gaat. ’t Kan eene hevige longontsteking (bronchitis) zijn, of eene lichte longontsteking (pneumonie) of eene longvliesontsteking (pleurésie).
:
WNT, bij ondervlogenheid:
In Zuid-Nederland als benaming voor eene soort van benauwdheid. Met het achtervoegsel -heid van Ondervlogen, het verleden deelwoord van het onscheidbare ondervliegen. Dit is misschien wel hetzelfde woord, doch figuurlijk gebezigd, als het scheidbare ondervliegen, dat in België gezegd wordt voor ónderstuiven.
‘Zoo is het gebeurd — wij waren nog geene zes maanden getrouwd, — dat mijn man met eene doodelijke ondervlogenheid naar huis kwam. — Hoor, het is daarvan dat hij die kuch gehouden heeft’. Conscience (ed. 1867).
:
pleuritis, fleuris
Dit woord heeft waarschijnlijk nooit bestaan. Zie reactie.
Vermoedelijk is er een verwarring ontstaan met ondervlogentheid.
Hij is gestorven aan een deurvlogentheid.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.