Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
mankeert een beetje van alles, vandaag dit, morgen dat
(betreft gezondheid)
Hij heeft weer de kwik en de kwak.
bewustzijn; gezondheid
(ook in Oost-Vlaanderen)
WNT: Modern lemma: center
znw. onz. (in Z.-Ndl. ook m.). Ontleend aan frans centre.
1. Middelpunt, in overdrachtelijken zin. Thans alleen in Z.-Ndl.
— Uit —, niet bij —, niet op zijn center zijn, niet in zijn gewone doen, in de war, niet wel zijn.
“Ik ben vandaag op myne’ center nie”, Corn.-Vervliet
— Van zijn center gaan (vallen), van zichzelf —, in zwijm vallen, van zijn stokje vallen.
“Ze viel in de kerk van heure center.” Corn.-Vervl.
Hij valt van zijne center = hij verliest het bewustzijn
’k Ben niet op mijne center = ik voel mij niet goed
meestal in combinatie met “vol”: tot aan de rand gevuld en zelfs een beetje over de rand gemorst
Genoeg geten? Uw buikske vol, Mie? – Ja, moe, sluikens.
Ja, als ge uwen emmer zo sluikens vol doet, kletst het water in uw schoenen, daar moet ge niet van verschieten hé, slimmeke!
koffiezetapparaat, koffiemachine
Gij zijt deze morgen weeral vergeten van de koffiezet uit te zetten, slimmeke!
treuzelen
Van Dale:
(ca. 1665) verbastering van Spaans por los santos (bij de heiligen (zeggen))
1. (verouderd) razen, vloeken
2. (informeel) redetwisten
2.a zwetsen
Kom, we moeten opschieten! Sta daar niet verder te parlesanten.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.