Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
distributeur die de alleenverkoop van een product bezit
Van Dale 2005: alleenverdeler
1. (algemeen Belgisch-Nederlands) alleenvertegenwoordiger
Hij is alleenverdeler van die speciale kookpotten.
goed zo!
gelukkig maar, alles is goed afgelopen (in Antw.)
< valse vriend van het Franse ‘à la bonne heure’ = op goed geluk
Alabonheur! Gij hebt mijn haar goed geknipt.
de druk op het overheidsbudget door de uitbetaling van pensioenen
NL: pensioenlasten
pensioenlast: BE:>10.000 NL: >4000
pensioenlasten: BE:>5000 NL: >43.000
De Tijd: Werkgevers zien pensioenlast fors stijgen.
Pensioenlast? Jaja, de gepensioneerden verkopen tegenwoordig alleen maar last… (zie last verkopen) Kwestie van de mensen een schuldgevoel aan te smeren.
man die goed en graag kookt; mannelijk equivalent van keukenprinses.
Volgens Google wordt keukenpiet ook gebruikt voor een vrouw.
Van Dale: keukenpiet
1. man die zich met de zaken van de keuken bemoeit
synoniem: pottenkijker
(figuurlijk) kleingeestige bemoeial
“Eskader van wilde bosduif en patrijs met zwezerik. ( …)
Als je dit gerecht tot een goed einde brengt, ben je een hele keukenpiet, ofwel heb je veel piet.” (blog)
man die goed en graag kookt; mannelijk equivalent van keukenprinses.
Volgens Google wordt ook gebruikt voor een vrouw.
Van Dale: keukenpiet
1. man die zich met de zaken van de keuken bemoeit
synoniem: pottenkijker
(figuurlijk) kleingeestige bemoeial
“Eskader van wilde bosduif en patrijs met zwezerik. ( …)
Als je dit gerecht tot een goed einde brengt, ben je een hele , ofwel heb je veel piet.” (blog)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.