Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
overspelige, iemand die z’n partner bedriegt met een ander
< scheef + poepen
Ze heeft nu pas ontdekt, dat hare vent ne scheefpoeper is.
struiken,
uitgesproken als boschjten.
zie oechel
(Antw.) boskes /’bos k.es/ (= struikjes)
Kareltje is met zijn brommer recht de bosjten ingereden.
slok water die men per ongeluk inslikt bij het zwemmen/baden
Past op bij ‘t zwemmen da’ ge gin borrel binnenkrijgt!
iets of iemand in de steek laten met iets
Ze laten mij hier ferm in bordèl met mijn grote kuis! Iedereen ging helpen maar er is hier niemand in velden of wegen te bespeuren.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.