Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
besmettelijk
een ziekte, een verkoudheid opdoen
uitspraak Roeselare: ‘betraopelik’
WNT: betrapen
4. In Zuid-Nederland vooral gewoon met eene ziekte en derg. als voorwerp.
Eene besmettelijke ziekte betrapen, De Bo (1873).
Afl. Betrapelijk, van eene ziekte: besmettelijk
Mijn kindje mag niet naar de crèche omdat roodvonk betrapelijk is, ze heeft het waarschijnlijk betrapt van haar nichtje.
Als je bij de hond slaapt betrap je zijn vlooien.
Ik heb een valling betrapt met in de trek te staan.
betonnen bunker
soms ook verbasterd “bidonkot” genoemd
Er staat nog een betonkot van den Duits in zijnen hof.
zoals het hem/haar het beste uitkomt, muts, zoals de ~ staat
Hij doet da alleen als hij er goesting in heeft, ’t is zoals zijn moesj staat.
Als haar moesj er ni naar staat moet ge haar da ni vragen om da te doen.
een zelf gebreeën hoofddeksel.
in W.-Vl.: mutse
in Brussel/Vlaamse Ardennen: moesj
Belg. Ned.: Z’n scheve muts aanhebben: slechtgezind zijn
Doe uw mutse maar aan, want ’t is koud buiten.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.