Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
geen
enkel (of hoofdzakelijk?) verwijzend naar een mannelijk zn.
ook waar nodig uitgesproken met de verbindings-n
VD2013 online: oude verbogen vorm van geen.
“Gene kattenpis,” zei Jan Becaus. Hij kreeg ervoor op zijn dak. Die ‘kattenpis’ kon er nog wel mee door want dat staat in Van Dale, maar die ‘gene’ was er over!
Dat is gene zever zenne!
Ene is gene, zei de Jean en hij bestelde nog een pint.
Er is er in heel Vlaanderen gene(n) ene die nooit gene zegt.
gegarandeerd, zeker en vast
uitspraak: de nadruk op de gá en de tí: gá-ran-tí
Garanti zeker dat ik kosten aan m’n huis doe als ik de lotto moest winnen!
Ge kunt er garanti van op aan dat ik er morgen om 6u zal staan.
Het is helemaal gene garanti dat het morgen schoon weer wordt hé. Deboosere spreekt van kans op onweer.
(fig.) vrouwenborst, in de uitdrukking:
Zij heeft haar zjatten los in het schap hangen (d.i. zij draagt gene soutien)
kraaksteen, kersepit
As ge ne kroksteen inslikt, gene paniek, die komt er aan de andere kant weer uit. (roeper, wat door de ~ kan, kan door de poeper) :-)
sociale dienst waar men strijkwerk verricht, meestal in het kader van PWA-tewerkstelling
Tegenwoordig hebt ge in elk dorp of gemeente wel een strijkatelier.
Als ge genen tijd hebt, waarom brengt ge die drie wasmanden dan niet naar de strijkatelier? Of ze komen het zelfs ophalen als ge belt.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.