Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
rammelaar, speelgoed voor baby
< Rotelaar en ruttelaar ontstonden op dezelfde wijze als rammelaar. Deze woorden zijn afgeleiden van resp. rotelen en ruttelen, beide nevenvormen van reutelen. Ook dit woord gaat terug op een Oudgermaans woord voor ‘geluid maken’. (wvd.ugent.be)
Geef dat kind zijn ruttelaar dat hij voor een poosje afgeleid is.
lommer, beschaduwde plaats
< Fr. l’ombre = schaduw
in West-Vlaanderen: schaûwe, schauw(t)e
Ik ga mij buiten in den hof wat in de lommerte zetten en een dutje doen.
zie uitleg + voorbeelden streuvelhaar
VD2013 online:
streuvelen
(1873) iteratief van Middelnederlands struven (overeind gaan staan, borstelig zijn), verwant met strubbelen
1. (gewestelijk, van haar of veren) overeind (gaan) staan, ruig of verward zijn
vormvariant: struivelen
“Als de hanen vechten, hunne pluimen streuvelen op kop en nek.” (De Bo (1873))
zie uitleg + voorbeelden streuvelhaar
VD2013 online:
streuvelen
(1873) iteratief van Middelnederlands struven (overeind gaan staan, borstelig zijn), verwant met strubbelen
1. (gewestelijk, van haar of veren) overeind (gaan) staan, ruig of verward zijn
vormvariant: struivelen
-
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.