Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
vertelsel, uitvlucht
NL: smoes
wordt altijd diminutief gebruikt
Dikke Van Dale:
foefje
zelfstandig naamwoord; het
(1789) verkleiningsvorm van foef (lap)
1. listige, minder oorbare kunstgreep
synoniem: truc, slimmigheidje
• de foefjes kennen
2. uitvlucht
Met die foefkes moet ge bij mij niet afkomen. Ik geloof dat niet.
Hij is weer niet komen werken vandaag, watvoor foefke zal hij morgen nu weer boven toveren.
vertelsel, uitvlucht
NL: smoes
wordt altijd diminutief gebruikt
Dikke Van Dale:
foefje
zelfstandig naamwoord; het
(1789) verkleiningsvorm van foef (lap)
1. listige, minder oorbare kunstgreep
synoniem: truc, slimmigheidje
• de foefjes kennen
2. uitvlucht
Met die foefkes moet ge bij mij niet afkomen. Ik geloof dat niet.
Hij is weer niet komen werken vandaag, watvoor foefke zal hij morgen nu weer boven toveren.
blaaskes wijsmaken, foefkes vertellen
SN: iemand iets op de mouw spelden
Mij geen foefkes wijsmaken, zeg gewoon de waarheid.
Hoe gij krijgt geen verlof?
Vertelt uwe baas dan maar dat die reis al geboekt is, dat ge er niet buiten kunt (buiten, er niet ~ kunnen). Maakt em dat foefke maar wijs, die neemt dat direct aan en ge krijgt sito presto uwe verlof.
blaaskes wijsmaken, foefkes vertellen
SN: iemand iets op de mouw spelden
Mij geen foefkes wijsmaken, zeg gewoon de waarheid.
Hoe gij krijgt geen verlof?
Vertelt uwe baas dan maar dat die reis al geboekt is, dat ge er niet buiten kunt (buiten, er niet ~ kunnen). Maakt em dat foefke maar wijs, die neemt dat direct aan en ge krijgt sito presto uwe verlof.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.