Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1. domme dingen, stommiteiten
2. flauwe smoesjes, broodje aapverhalen
< zie fontonten
1. Ge moet geen fantonten verkopen!
2. Gij met uw fantonten altijd!
1. domme dingen, stommiteiten
2. flauwe smoesjes, broodje aapverhalen
< zie fontonten
1. Ge moet geen fantonten verkopen!
2. Gij met uw fantonten altijd!
complimenten hebben, veel tralala hebben, allures hebben
ook fantonten
< Frans fontage, een bepaald kapsel met linten en strikken, genoemd naar Mlle de Fontages, een maitresse van Lodewijk XIV, die het eens bij opstekende wind droeg. (A. Weijnen)
In het woordenboek van Cornelissen-Vervliet (1899-1906):
FONTONTEN, znw., v., mrv.
- Overdreven versiersels, lintjes en strikjes. “As ik in oe’ plaats was, ik dee’ die fontonten van me’ kleed.”
- Uitvindsels, beuzelarijen, leugens, belachelijke streken, onredelijke handelingen.“Hij komt hier altijd mè’ fontonten af.”
Die vent heeft nogal nen hoop fontonten bij; nen dikke nek dat die heeft.
treden, trappen, stappen, aftrappen
< metathesis van treden (De Bo)
We waren op stap, en we tertten goed deure.
Door dat over hem te vertellen, had hij ferm op zijn tenen getorten. (figuurlijk: hem diep gekwetst)
ziek worden
De Paul kan niet komen want hij is gisteren ziek gevallen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.