Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Havenjargon. Een ceelbaas is een ploegbaas van verschillende ploegen die werkzaam zijn op een zeeschip.
vgl. conterbaas
Er waren ook ceelwijven. Ceelwijven waren de ploegleidsters van de zakkenwijven (zakkenvrouwen). Zakkenwijven herstelden de jutezakken aan de haven. Beide beroepen bestaan niet meer.
Gooit uw sigaretje maar rap weg. De ceelbaas is daar.
varkenskarbonade: plat stuk varkensvlees met bot, gesneden van de schouder of de rug, maar met meer vet dan bij een kotelet
Een goei gebakken kermenij met mosterd is lekker.
’En karmenei in de pan leggen. (Cornelissen-Vervl.)
hevige vuistslag, toek, mossel
Blijft daar maar schonekes tussenuit of sebiet krijgt ge zelf nog een karmenei!
zie reactie
equivalent in Nederland: kerkbestuur
< vertaling van het Frans ‘fabrique d’église’ < in het middeleeuws Latijn betekende fabrica het bouwen en onderhouden van een kerk < klassiek Latijn fabrica = ambacht, werk, kunstwerk, atelier
De kerkfabriek betaalt herstellingen aan kerken. Als de kerkfabriek niet rondkomt is de gemeente wettelijk verplicht bij te passen.
Staan zien als een keuj (koe) op nen trein.
Iets of iemand loos staan te bekijken zonder iets te zeggen of te bewegen.
Er verstomd bij staan.
Ik heb hem iets gevraagd en hij staat daar te kijken gelak een keuj op nen trein.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.