Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    postjes
    (zn. meestal meervoud)

    vooral politiek: mandaat
    postjes pakken, verdelen, …

    zie ook postjespakker

    De kiezing is gedaan, nu kunnen de postjes verdeeld worden. Van burgemeester tot de zitjes in de ocmw-raad en de intercommunales.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 18 Oct 2012 15:43
    0 reactie(s)

    cumulard
    (zn. m. -s)

    iemand die meerdere mandaten bekleedt. Wordt pejoratief gebruikt en meestal in politiek verband.

    < Frans cumulard

    “Die cumulard heeft naast het ambt van burgemeester nog acht andere betaalde postjes.”

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 18 Oct 2012 15:40
    0 reactie(s)

    postjesman
    (zn. m. -nen)

    iemand die een politiek mandaat uitoefent om een job te hebben, niet uit overtuiging

    “Het zijn geen idealisten in de Wetstraat enkel postjesmannen en vrouwen.”

    “Hiermee wil ik nogmaals bewijzen dat ik geen postjesman ben, maar iemand die geeft om de partij en wil werken voor de partij in de functies die ik nu zal hebben.”

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 18 Oct 2012 15:22
    0 reactie(s)

    postjesman
    (zn. m. -nen)

    iemand die een politiek mandaat uitoefent om een job te hebben, niet uit overtuiging

    “Het zijn geen idealisten in de Wetstraat enkel postjesmannen en vrouwen.”

    “Hiermee wil ik nogmaals bewijzen dat ik geen postjesman ben, maar iemand die geeft om de partij en wil werken voor de partij in de functies die ik nu zal hebben.”

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 18 Oct 2012 15:21
    0 reactie(s)

    zitdag
    (zn. m., ~en)

    spreekuur voor politiek dienstbetoon
    maar ook voor dokters, tandartsen, advocaten, …

    Weliswaar zonder label in VD95, maar veel minder googlementen NL

    Andere betekenis: zitdag = koopdag bij een openbare verkoping

    Donderdagavond is het bij onze burgemeester al sinds 20 jaar zitdag voor zijn politiek dienstbetoon.

    Wanneer heeft dr. Vandevelde zitdag?

    “Vanaf 1 januari 2010 zal de openbare verkoop van een onroerend goed in één zitdag afgehandeld moeten worden. De nieuwe wet die dan in voege treedt wil komaf maken met de huidige situatie waarbij op de eerste zitdag nauwelijks geïnteresseerde kandidaten opduiken.” (Habitos.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 15 Oct 2012 15:20
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.