Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
jicht in de volksmond ook " ’t pootje" genaamd
Jicht werd destijds (mogelijks nu nog) voornamelijk vastgesteld bij de heren die zeer bourgondisch leefden.
volgend jaar, komend jaar.
Antw.: te neuste jaar
Nostejare gaat onze buurman met pensioen.
deugniet, sloeber, pietje venijn
Martha is zo’n grote netebuk, maar eenieders vriendinnetje.
stoeien, plagend spelen
ook in Antwerpen
2 neefjes zijn aan het fikfakken en plezier dat die hebben…
Mijn buurman en zijn zoontje kunnen wat fikfakken. De kleine hoort ge lachen tot bij mij in de living.
beetje zoenen, beetje knuffelen, beetje (gewenste) handtastelijkheden…..dat is fikfakken
fikfakken heeft in Antwerpen en in de Kempen een andere betekenis. Zie reactie.
zie flikflooien, finoeën
Ons Marie wil altijd maar gaan wandelen met haar lief, jaja, ik weet dat wel, dat is voor in een donker hoekske een beetje te kunnen fikfakken.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.