Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    kaarsroet
    (zn. o.; ~en)

    vnw: kaarsvet

    znwb: kaarsvet

    ook: kaarsriet (zie voorbeelden)

    verouderd? Waar nog in gebruik?

    (Ze) doet alsof ze wat kaarsriet komt wegkrabben, of de vaas met bloemen eens nazien, en weet dan altijd in gesprek te komen, (Felix Timmermans).

    Het behangsel droeg ettelijke sporen van de stormen, die onder de regering van de studenten, mijn voorgangers, in dit verblijf gewoed hadden, en telkenmaal dat men de deur opende, steeg er van onder uit de kruidenierswinkel een gemengde geur omhoog van haring en kaas, stokvis en citroenen, kaarsroet en gedroogde appelen, waaraan men zich met der tijd gewennen moest. (literairgent.be)

    Zo sprak mijn moeder vroeger altijd over ‘kaarsriet’… als ze het vet van de kaars bedoelde. (seniorennet.be)

    Het gesmolten kaarsriet of wat het ook is hoeft voor mij niet, maar dat is mijn mening. (tuinadvies.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 18 Jul 2025 13:01
    0 reactie(s)

    kaarsriet

    zie kaarsroet

    -

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 18 Jul 2025 13:00
    0 reactie(s)

    paanachtig
    (bn)

    fluweelachtig

    zie ook pane

    WNT: paan: paanachtig, fluweelig.

    ”De bladeren van eenige planten zijn zacht en paanachtig”, De Bo (1873).

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 18 Jul 2025 11:20
    0 reactie(s)

    hoerenchance
    (de ~ (v.))

    stom geluk, bijzonder veel geluk hebben

    wnt: Geluk hebben gelijk eene hoer (ook hoerengeluk hebben; vergelijk Hoogduits hurenglück haben). In Zuid-Nederland gezegd van iemand wien het onverdiend medeloopt.

    anw: hoerenchance: (vooral) in België: buitengewoon veel geluk; heel veel geluk

    Van Dale: hoeren­chan­ce
    toegevoegd in oktober 2009
    hoe­ren­sjans

    herkomst: heeft waarschijnlijk niets te maken met hoeren, maar met het versterkend voorvoegsel oer- zoals in oersimpel, oerlelijk enz.
    Het werd (misschien) hoerengeluk onder invloed van het Zwitsersduits Hurenglück. Daar is/was ‘huere’ ook een versterkend voorvoegsel.

    ook hoerengeluk
    vgl. boerenchance

    Dat ge in de finale zijt geraakt is pure hoerenchance.

    Uiteindelijk ben ik naar de huisarts gegaan en die heeft mij flink doen schrikken: “ge hebt hoerenchance gehad. Als die bal los op uw oog beland was, was je het kwijtgespeeld”. Maar ik heb dus blijkbaar een goede engelbewaarder en ik kom er vanaf met een gekneusd en licht ontstoken oog en een kleine … (uit een blog 05/12/2008)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 17 Jul 2025 21:51
    2 reactie(s)

    chance, al mor ~
    (uitdr.)

    gelukkig
    zie ook gelukkiglijk

    ook in prov. Antwerpen

    Al mor chance dach menne paraplu bij had, het begon doa te reigele da ’t goot.
    (Gelukkig dat ik mijn paraplu bij had, het begon daar te regenen dat het goot.)

    Regio Hageland
    Bewerking door de Bon op 17 Jul 2025 21:26
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.