Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
fiets, velo
< volksetymologische verbastering van het Franse vélocipède
Ik ga naar de markt met mijn flosjenpeerd
Ik ga naar de markt op mijn fiets
man, voor de mannen zijn, homo zijn
ge wet toch dat dië veur de vengte is?
je weet toch dat hij homo is?
Een vrouw die traag is, die talmt, die treuzelt
Man.: zemelgast
zie ook: zemeltrees
in Antwerpen: semmelkont
WNT: Trage vrouw. Gewest. in Belg.-Brab.
GOEMANS 1954. PAUWELS, Aarschot 1, 427 1958.
Waar blijft ze nu zo lang? We moeten altijd wachten op die zemelkont. Kan die nu es ni wat rapper zijn.
zenuwen
in Antw.: zémelen, ook zeneweeën
Mijn zoon zit met de zemels, examentijd hé?
Bijna bewusteloos.
Zo goed als buiten westen.
Na twee biertjes was hij al bijna buiten westen.
Na twee pinten was’hem al “knokkendeem”.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.